donderdag 19 februari 2015

Nikita

“Knappe vent die jouw hart weet te stelen...“ Dit is waarschijnlijk mijn kortste bericht ooit aan een oogverblindend mooie vrouw in een online-dating etalage. Mannen gebruiken maar weinig woorden en originele oneliners zijn vaak doeltreffend. Geheimzinnigheid werkt meestal goed, dus geef ik mezelf niet meteen bloot. Ze mag m’n bladzijden pas lezen als ze de kaft geopend heeft. Maar dit keer belandde mijn spontane openingszin om een heel andere reden in haar mailbox. Ik maak namelijk geen schijn van kans bij haar. En ik vraag me af welke man zich niet geïmponeerd zal voelen door haar ambitieuze doelstellingen, prachtig blonde koppie en 1 meter 80 lang. Met platvoeten nota bene. In de supermarkt komt ze ‘hem’ maar niet tegen, schrijft ze. Dus misschien zit haar droomvent gewoon thuis achter de computer, profielen te checken.

Eigenlijk geloof ik al lang niet meer in een geforceerde ontmoeting via een datingsite. Toch blijft de verleiding bestaan, om mezelf zo nu en dan weer eens te presenteren. Waarom? Omdat ik mijn grote liefde in het dagelijks leven maar niet lijk te ontmoeten. Work, eat, sleep, repeat. En in mijn vrije tijd sport ik veel. En die reden lees ik ook vaak op de profielen van de naar liefde hunkerende dames. Bovendien is de aanspreekdrempel op zo’n site lekker laag. Dat niemand het ziet als je op een afschuwelijke manier wordt genegeerd na een eerste virtuele flirtpoging, voelt ook een stuk veiliger. Vrouwen worden overspoeld met reacties. Ik neem het ze dan ook niet kwalijk als ze niet reageren op mijn avances. Ze hebben het al druk genoeg. Ik begrijp dat.

Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik niet snel verliefd ben. Veel mensen vinden me kieskeurig. Misschien ben ik dat ook. Kieskeurigheid schijnt overigens een gevolg van onzekerheid te zijn. Maar zijn alle kieskeurige mensen dan ook onzeker? Stof tot nadenken. Nu even niet. Filosoferen kan ik overigens veel beter met een slok alcohol op en nu ben ik broodnuchter. Nuchter, maar ook zeer gefocust op het prachtige profiel van Nikita. Althans, zo noemt ze zichzelf. Misschien heeft ze een andere naam als ze niet aan het jagen is.

Sinds drie maanden heb ik pianoles. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ik me vandaag een soort van Elton John voel. Je herinnert je zijn videoclip van Nikita vast wel. Zo niet dan ben je waarschijnlijk na 1985 geboren. Anders laat je geheugen je zwaar in de steek of je hebt heel wat gemist in je muzikale opvoeding. Kijk ‘m dan alsnog. Zelden worden er videoclips gemaakt die je een leven lang niet meer vergeet. Elton kijkt in twee ijsblauwe ogen en niet alleen hij was destijds onder de indruk. Ik kan me niet herinneren of hij haar uiteindelijk veroverd heeft. In een muziekvideo van amper vier minuten moet je wel een heel snelle jongen zijn natuurlijk. Misschien zijn ze dolgelukkig samen. Geen idee, RTL Boulevard kijk ik niet.

De bril van Ad Visser staat overigens ook nog haarscherp op m’n netvlies. En dat terwijl een rookmachine de markante oud-presentator van Toppop destijds achter een dichte mist probeerde te verstoppen. Akelig, hoe indrukken van vroeger in je geheugen gegrift kunnen worden. Maar nu is het 2015 en ik heb m’n eigen Nikita gevonden om mijn wildste fantasieën op los te laten. Geen virtuoos pianospel. Mijn vingers doen heel andere dingen. Elton maakte foto’s van zijn droomvrouw. Ik heb een makkie, mijn hippe Nikita heeft selfies op haar prikbord gezet. En laat ze nou in Rotterdam wonen en niet in het verre Rusland met een doodgeknuppeld beest op haar hoofd.

Het onverwachte is gebeurd; Nikita heeft een bericht terug gestuurd! Omdat ze mijn profiel interessant vindt. Compleet verrast blader ik nog eens door haar imposante leven. Heb ik iets gemist? Heeft ze een houten been? Haar werk als architect, is haar way-of-life, haar hobby, haar passie. Ze beschrijft hoe ze als zestienjarig meisje naar Moskou is afgereisd en binnenkort weer gaat voor een zakenreis. Een studiereis naar Japan staat ook op de planning. Door naar Milano voor een architectuur expo. Omdat Nederlands haar derde taal is, heeft ze een paar spelfouten gemaakt. Ze verontschuldigt zich ervoor. Lief. Maar die kleine schoonheidsfoutjes vallen amper op tussen het opvallend dure taalgebruik. Als ik lees dat ze Griekenland noemt als mogelijke zonvakantie verander ik in een hypere stuiterbal. Ik ben een man met een passie voor die zonnige eilanden, waarvan ze vast alles wil weten. Een man met een passie is reuze interessant. In gedachten ben ik haar gids. Laten we gaan verdwalen, ik ken de weg. Yamas!

Nee.. ik gok erop dat deze stoot met mij haar tijd niet zal verknoeien. Bovendien heeft ze niet zoveel met sport, carnaval en overige bierfeesten. Maar misschien is het net als bij een vacature; ze zoekt de meest ideale kandidaat. Een man die dus niet bestaat. En degene die zich niet laat afschrikken, maar zichzelf erdoorheen bluft, krijgt de baan. In dit geval haar eeuwige liefde. Maar met zo’n vrouw aan m’n zijde zal ik altijd op m’n tenen moeten lopen. Ik kijk nu al tegen haar op. Toch besluit ik dat ik niets te verliezen heb. Een snelle rekensom laat zien dat ze met haar high heels precies even groot is als ik op platte sneakers. Dat is waarschijnlijk alles wat ze zoekt in een man. Een lange man dus. En dat ben ik. Al het overige positieve is gewoon mooi meegenomen. Ik ben inmiddels gaan vertrouwen op mijn oneliners en daarom besluit ik ervoor te gaan met nog minder woorden dan de eerste: “Welke supermarkt? Hoe laat?”