zondag 20 maart 2016

Die vraagt erom

Met haar lange, blote benen zoekt ze in rap tempo de kortste weg naar een warm café. Ze valt meteen op tussen de uitgedoste toeschouwers die wél iets warms aanhebben op deze koude dag in februari. Verleidelijk wapperende blonde haren - wat mogelijk verklaart dat ze haar kleren domweg vergeten is - dwingen me te blijven kijken en ik ben vast niet de enige die haar aangaapt. Het verdomd weinige textiel om haar goddelijke ‘joepie’ lichaam laat weinig te raden over.

Geheel incognito sta ik in een feestelijk kostuum met rode bassiepruik en geruite muts naar de carnavalsoptocht te kijken. Toch komt het geen moment in me op om me te laten verleiden tot Keulse taferelen. Ik schaar mezelf niet onder de categorie testosteronbom en bovendien functioneert mijn prefrontale cortex prima. Van mij zal die schaars geklede chick dus geen fysieke last hebben.

'Zo laat je je dochter de deur toch niet uitgaan?', klinkt het verontwaardigd. Hoewel ik het me niet voor kan stellen, vindt mama het wellicht een prima carnavalsoutfitje en is pa apetrots op zijn mooie dochter als ze zich in Evakostuum het feestgedruis instort. Ik ken en bepaal de normen van anderen niet.

Misschien is bloot niet meer zo bloot als voorheen? We worden dagelijks geconfronteerd met halfnaakt: etalages van lingeriezaken tonen levensgrote posters van prachtige vrouwen in lingerie en ik moet me inhouden om geen dna achter te laten. Dat ik geen verkeersongeval veroorzaak bij het zien van lekkere sloggikontjes op immense billboards mag een wonder heten. En iedereen die vooraan heeft gestaan bij een optreden van K3 weet dat die naam eigenlijk staat voor Kamelenteen Trio.

De optocht is voorbij. Gekleurde serpentine en confetti versieren de markt en de fanfaremuziek klinkt steeds verder weg. Hoogste tijd om te ontdooien in een gezellige kroeg.

Langzaam schuif ik in de menigte - als haringen in een ton - richting een overheersende bierlucht. De hoempapamuziek staat goed hard dus slechts een enkeling hoort mijn noodkreet wanneer ik totaal overrompeld ben door een koude, grijpende hand onder mijn Schotse kilt. 'Hé! Die griet heeft mijn feestneus vast!' Haar lodderige ogen verraden een hoog alcoholpromillage. Hitsig van de wijn kan ze de verleiding niet weerstaan. Mijn charmante kniekousen en geruite rok blijken té uitnodigend. 'Dit is geen Lingo!', grap ik. Haar vriendin vindt het reuze vermakelijk en lalt iets van 'Joh, die vraagt erom.' Volgend jaar trek ik iets warmers aan.

woensdag 17 februari 2016

Op een roze fiets...

Alles om haar heen is roze. Soms kleine details, zoals een enkele gelakte nagel, knoopjes van haar blouse en de halsband van haar jackrussellterriër. De lievelingskleur die ze sinds lang vervlogen jeugdige “prinsessenjaren” al koestert, bepaalt ook nu nog de zoete sfeer in haar slaapkamer. Van roze wordt ze een stuk vrolijker, want haar leven was jarenlang doffe ellende, vertelt ze eerlijk.

Na eerder, vluchtig mailcontact heb ik zojuist ruim vijfentwintig kilometer weggetrapt om ‘pink lady’ te ontmoeten. Fietsen bleek een gedeelde sportieve hobby. De gps-coördinaten die ze me toestuurde, leidden naar de opstapplaats van het pontje naar Tiengemeten; een prachtig natuurgebied op een eiland in het zuidwesten. Spannend, zo’n originele, verrassende start voor een mooie fietsroute met een onbekende ‘match’. Prima plan, maar vandaag staat er wind. Véél wind. De heenweg ging verdomd snel, dus ik weet wat dat betekent om weer thuis te komen.

Als een open boek praat ze over haar aspergersyndroom, het faillissement van haar onderneming, de dramatische financiële gevolgen, hoe haar relatie daardoor op de klippen liep, dat ze aan de Ritalin ging, eraan verslaafd is geweest en het contact met haar ouders verloor. Haar leven moet weer op de rails.

We besluiten te pauzeren achter een dijk, uit de wind onder een warm voorjaarszonnetje. Nadat ik mijn fiets in het gras heb gelegd, kijkt ze me ondeugend aan en ik voel dat er iets onverwachts gaat gebeuren. Ze opent haar fietstassen en pakt een picknickkleed. De liefde van de man gaat door de maag en dat weet ze heel goed: stokbrood, komkommer, kerstomaatjes, tapenade. Aan alles heeft ze gedacht. Wat een schat! De verrassing is compleet als ze mijn favoriete bier tevoorschijn haalt; twee flessen Leffe blond. Ik voel kriebels.

Als twee pubers zitten we nog wat ongemakkelijk naast elkaar, maar we beseffen dat dit een onvergetelijke dag wordt. Proost! Op haar tablet - met vaal roze beschermhoes - laat ze tekeningen zien van haar nieuwe kinderproject. Ambitieus vertelt ze over twee zelf ontworpen karakters; haar eigen Woezel en Pip, waarmee ze goud in handen zegt te hebben. En ze heeft er álles voor over om die droom waar te maken.

Al snel wordt me duidelijk dat ze een vechter is, iemand die niet loslaat en krijgt wat ze hebben wil. Vandaag heeft ze haar zinnen op mij gezet. In haar felroze shirt fietst ze naast mijn appeltjesgroene. Allebei wind mee, want ze wil hoe dan ook nog een kusje bij haar voordeur.

woensdag 10 februari 2016

Geen poessie

Met een knoop in mijn maag slenter ik zenuwachtig door de Trendhopper en hou de kassabalie nauwlettend in de gaten. Daar staat ze; de spannende verkoopster, die mijn valentijnskaart gisteren op de deurmat heeft gevonden. En ik, charmeur in de dop, wil niet veel langer meneer A. Noniem blijven voor haar. Maar het juiste moment om dapper toe te slaan laat op zich wachten en akelige symptomen van nervositeit bevestigen dat ik de comfortzone mijlenver heb verlaten. Hoewel mijn verstand blijft herhalen dat een winkel ook een uitgang heeft, laat ik het vandaag niet gebeuren om als ‘lame ass pussy’ af te druipen.

Een week geleden hielp ze me in de winkel. Ik viel als een blok voor haar. Als betoverd bleef ik nog dagenlang aan haar denken en vanuit een diepgeworteld oergevoel fantaseerde ik hoe ik deze stoot kon veroveren. Haar naam op de kassabon hielp een handje. Kaartje sturen? Deal.

Dus vandaag ga ik ervoor met een toepasselijk liedje in mijn hoofd: “Want je hebt niet in de gaten wat je allemaal met me doet”. Hero? Ikke wel. Maar dan zo een op sokken, die nog maar eens een uitstelrondje door de winkel loopt. Dit is geen romantische film met gegarandeerd ‘happy end’ – dit is keiharde realiteit. Doodeng.

“Nú!” besluit ik en gris naar een ijsboltang om niet met lege handen bij de kassa te verschijnen. Mijn hartslag schiet letterlijk omhoog en zit bovenin mijn keel als ik er een benauwd “Hoi” uitpers. Terwijl mijn nek steeds harder tegen mijn coltrui bonkt en ik langzaam mijn pincode intoets, geef ik mezelf de laatste trap onder mijn reet; het is nu of nooit. Zo kalm mogelijk vraag ik of ze enig idee heeft van wie de valentijnskaart is. Zei ik het echt? Aan de vragende blik in haar ogen te zien wel.

Voorzichtig maak ik een mentaal vreugdedansje. Prachtige vioolmuziek kan ieder moment losbarsten. Ze kijkt me glimlachend aan en met blozende wangetjes wijst ze naar een oudere dame, gekleed in Trendhopper kleuren. “Ik heb geen kaart gehad, maar die collega wel.” O, shit! Nee! Het strijkorkest kan weer inpakken.

Één kassa, meerdere verkoopsters, maar alsmaar in- en uitloggen doen ze niet. De hilariteit is compleet. Wat heb ik te verliezen? Als een brutale Don Juan vraag ik haar mee voor een drankje. Helaas, ze heeft een vriend. En hoewel ik waarschijnlijk veel leuker ben dan hij, moet ze mijn aanbod afslaan. Mijn gedurfde actie waardeert ze, maar of ze het echt meent, zal ik nooit weten. Wat maakt het uit? Geen poessie, maar vandaag ben ik een winnaar!